diff --git a/verslag/doorloopeff_doubling.png b/verslag/doorloopeff_doubling.png new file mode 100644 index 0000000..4f05ec8 Binary files /dev/null and b/verslag/doorloopeff_doubling.png differ diff --git a/verslag/verslag.tex b/verslag/verslag.tex index 51643f0..31e88c1 100644 --- a/verslag/verslag.tex +++ b/verslag/verslag.tex @@ -6,6 +6,9 @@ \usepackage[margin=2.56cm]{geometry} \usepackage[linesnumbered, algoruled, lined]{algorithm2e} \usepackage{float} +\usepackage{wrapfig} +\usepackage{graphicx} +\graphicspath{ {./} } \title{Project: Snijdende cirkels} \author{Arthur Bols \& Ruben Van Laer} @@ -140,7 +143,11 @@ Grafiek + vermoedelijke complexiteit. \subsection{Doorlooplijnalgoritme $O((N+S)log_2(N))$} + Om de rekentijd van het derde algoritme na te gaan, maken we opnieuw gebruik van een doubling ratio experiment. We gaan na wat de doubling ratio van de verwachte complexiteit is en wat de doubling ratio van de testwaarden is. In dit geval zien we in de derde kolom de doubling ratio van onze testwaarden en in de vijde kolom de doubling ratio van $N*log_2(N)$. Deze fluctueren beide rond ongeveer $2.2$, wat op een gelijkaardige complexiteit wijst. De iets grotere waarde bij de testwaarden kan wijzen op de extra term van het aantal snijdingen bij de theoretische complexiteit van $(N+S)log_2(N)$. - Grafiek + vermoedelijke complexiteit. + \begin{figure}[H] + \centering + \includegraphics[width=.9\textwidth]{doorloopeff_doubling.png} + \end{figure} \end{document}